Lijsje met Lange Haren

Met dit lijsje heb ik lange haren uitgeprobeerd. 

Voor de lange haren van mijn pop heb ik een strak mutsje gemaakt en daar heb ik later de lange haren aan bevestigd. Ik heb bouclé wol en een haaknaald nr. 3 gebruikt. Je kunt natuurlijk elke soort wol gebruiken, maar neem niet te dikke wol. Mijn ervaring is dat je dan een te dikke bos haren krijgt, waar je eigenlijk alleen een paardenstaart van kunt maken.

Ik ben begonnen met het maken van een magische ring ( zie: You Tube), daar 6 vasten in haken en dan de draad aantrekken. Dan in elke vaste 2  halve stokjes = 12  halve stokjes en dan de vorm volgen (zie: foto). Dit mutsje past op een hoofd van 23 cm

Toen ik klaar was met het mutsje heb ik deze vastgezet op het poppenhoofd, daarna een lange dubbele draad met een haaknaald door een lus het mutsje gehaald en met een knoop vastgezet. En zo heb ik alle draden verdeeld over het hele mutsje. Ik heb zelf twee halve staarten gemaakt en deze vast gemaakt met twee knoopjes, aan elkaar gemaakt met dun elastiek.

Het lijsje is bijna af

Met deze lange haren in twee halve staarten en aan de voorkant nog een paar korte plukjes is ze toch wel mooi geworden.

Roze Pop

Deze pop is eigenlijk dezelfde als de vorige maand. Je kan op deze manier op allerlei manieren variëren met stofjes en wol. Deze heb ik gemaakt van babyribcord. Lekker zacht, maar toch het wordt een stevige pop. Met een gestreept broekje, een truitje en mooie knal roze linten in het blonde haar, vind ik het een lieve pop.

Huiskabouter

Deze keer heb ik geen pop gemaakt, maar een huiskabouter. Het liep tegen 5 december en dat leek me een leuk cadeau voor mijn dochter. Het principe is natuurlijk hetzelfde als een pop. Ik ben dus begonnen met een hoofd te maken van 20/21 cm. De ooglijn heb ik wel iets boven het midden vast gezet en het hoofd verder als een pop gevormd. Daarna heb ik met wol en met een droogviltnaald 3 bolletjes gemaakt voor de wangen en de neus en deze met naald en draad op het hoofd vast gezet onder de ooglijn. De tricot heb ik strak om het gezicht gebonden en achter op het hoofd vast gezet. De lengte van de tricot is ongeveer 2,5 keer de lengte van het hoofd. Vervolgens heb ik het lijf gevuld met wol.

Uit witte stof heb ik het lijf geknipt. Deze kabouter krijgt een bruin wit geblokte muts, bruine vilten laarsjes en een bruin vilten hesje en een geblokt ceintuurtje. 

Het lijf vast gezet aan het hoofd, de handjes gemaakt. De voetjes heb ik twee keer afgebonden met in het midden een kraal, zo kon ik ze beter in de laarsjes krijgen en hebben ze meer body.

De haren.

Hoe krijg ik mooie krulletjes voor baard en haren. Gelukkig had ik nog donkere wol. Deze heb ik gewassen. Op YouTube had ik een aantal maanden geleden eens gezien hoe pijpenkrullen werden gemaakt voor een sierpop.  Dat leek mij een goed idee. Kleine sliertjes wol heb ik kletsnat om stokjes gedraaid en op de verwarming laten drogen. Het was heel gemakkelijk ze er af te halen en ik had prachtige krullen. Met kleine steekjes heb ik ze, dubbel gevouwen en zo symmetrisch mogelijk, op de haargrens vast gezet ook onder de kin. Daarna de puntmuts eroverheen genaaid als extra versteviging.

De ogen heb ik gemaakt met de french knot  van bruin borduurgaren DMC. Het mondje met rood borduurgaren. Met een bruin vilten hesje, rode wangetjes en een belletje aan de puntmuts is het volgens mij best een mooie huiskabouter geworden.

Hier onder het patroon van de huiskabouter. Als je elk deel op de grootte van A4 kopieërt en uitprint denk ik dat de afmetingen redelijk kloppen, dan is het handje en de laars ook op ware grootte. De armen en de benen lang aanhouden. Je kan beter het later wat korter maken. Van het hesje heb ik helaas geen patroon.

De tweede huiskabouter, voor mijn oudste dochter. Zij is onlangs verhuisd.

Getinte Pop

Deze keer heb ik een getinte pop gemaakt. Het lijfje heb ik gemaakt, net als mijn eerste pop, met een stoffen lijf : wit met een klein hoefijzer motiefje. Staat heel mooi bij het bruin van het gezichtje en de handjes.

De Haren

De haren brei ik met Puppengarn of met Mohair Bouclé. Allebei een “krulletjes wol”. Het breit niet gemakkelijk, vaak met halve steken. Gelukkig is het niet zo groot en daarom nog wel een keer af.

Het haar brei ik in een driehoek. De steek die ik gebruik is gerstekorrel (1 recht /1 averecht en dan verspringen). Gerstekorrel maken de haren mooier, als je recht breit komen er randen in het breiwerk te zitten, die ik zelf niet zo mooi vind.

Ik begin met 1 steek op pen 4 en meerder daarna aan elke kant een steek tot aan de stippellijn, 5 cm. (zie patroon), Na de stippellijn de eerste  pen aan beide kanten meerderen, de tweede , derde en vierde pen gewoon breien. De vijfde pen is gelijk aan de eerste enzovoort. De vorm van het patroon volgen en door breien tot het breiwerk ongeveer  25 cm is en de zijkant 18 cm. De 25 cm vastzetten langs de haar grens tot in de nek, ook de punt komt in de nek. De zijkanten omhoog vast naaien en er een paar staartjes van maken.

Afwerking

Voor dat ik de haren vastzet en de staartjes heb gegeven, zijn de oogjes eerst nog aan de beurt. Meestal steek ik ze met een draad door en met een kleurpotlood geef ik dan de kleur aan, maar dit keer heb ik met borduurgaren een “french knot stitch” de oogjes gemaakt. Vooral  bij een getinte pop zijn duidelijke ogen erg belangrijk en dat lukt met een potlood moeilijker. Nadat ik ook het mondje heb aangegeven en met een gestreept jurkje en een groen vestje en broekje is deze pop ook weer klaar.

Op you tube bij “Dollmaking French Knot Eyes” kun je zien hoe je deze maken moet. De draad moet wel 5 keer om de naald gedraaid worden en dan terug steken naar het achter hoofd en stevig vast gezet worden met een knoop.

Lijsje

Dit popje werd iets kleiner. Nadat ik de wol gekaard had, viel het hoofdje wat kleiner uit. Geen probleem. Het is gemakkelijk om het patroon iets te verkleinen. Wat belangrijk is dat de pop de goede verhouding heeft.

Dat wil zeggen: de lengte van het lijf is 1 ½ x de lengte van het hoofd. De benen zonder voet zijn net zo lang als het lijf.

De breedte van de armen staat gelijk aan de afstand van de kin tot het oog.

De breedte van het been staat gelijk aan de afstand van de ogen tot de kruin.

De armen moeten zo lang zijn, dat de handjes ongeveer daar komen waar het bovenbeen over gaat in het dijbeen.

Op deze manier kan elk patroon aangepast worden.